Het maken van een aquatint.
Hiervoor kunt u een stuifkast gebruiken. Een houten kist met daarin een schoep om luchtwervelingen op te wekken in de kast. Door stevig aan een aan de buitenkant bevestigde slinger te draaien, stuift het poeder binnenin de kist op en blijft het in de lucht zweven. Nu opent u het deurtje, waarna u de plaat op het rooster kunt leggen. Het poeder kan nu zeer gelijkmatig op het oppervlak van de plaat neerslaan. Bij het gebruik van de stuiflkast heeft u voldoende harspoeder nodig. Vervolgens draait u tien maal achter elkaar de slinger rond, er voor zorgend de eerste maal, juist op het moment dat de schoep in contact komt met het poeder op de bodem van de kist, extra krachtig te draaien. Zo stuift er veel harspoeder op en kunt u de geschiktste korrelgrootte kiezen. Het eerst dwarrelen de grote korrels neer. omdat die het zwaarst zijn. Als dit het soort grein is dat u wenst, is korte tijd voldoende. Voor een fijnere korrel laat u eerst de zware harskorrels neerslaan, en als er nog maar weinig fijn poeder rond dwarrelt, legt u de plaat ongeveer 3 minuten in de kist. Mocht dit niet voldoende blijken, dan herhaalt u de hele operatie, er voor zorgend dat het op de plaat neergeslagen harspoeder niet wordt verstoord.
|
Als de korrel groot is, loopt u het risico dat deze te zichtbaar is in de donkere gedeelten van de prent. Een te fijne korrel kan crève veroorzaken. Een middelmatig grein kan geschikt zijn als u gevarieerde toonschakeringen wilt bereiken met één keer harsen. Het is beter de plaat twee of drie keer met hars te bestuiven als u zeker wilt zijn van een bestendige plaat, omdat een enkele maal meestal een zwakke plaat oplevert, die gemakkelijk slijt. Bij het meerdere malen aanbrengen van de hars gebruikt u eerst een grote korrel, en bij iedere daaropvolgende laag een kleinere. De hechting van de hars gebeurt met vuur. Daarvoor legt u de plaat op een verhoogd rooster en verhit u de onderkant met een bunsenbrander. De vlam mag niet te hard staan en moet voortdurend heen-en- weer bewogen worden, tot de harskorreltjes doorzichtig worden. Als de plaat niet genoeg wordt verhit; hecht de hars niet; bij oververhitting smelten de korreltjes aan elkaar vast. zodat er soms niet meer tussen geëtst kan worden. |
In deze dwarsdoorsnede is het verschil te zien tussen een plaat bedekt met grote (A) en kleinere harskorrels. Te zien is dat de kleinere korrels zich aanpassen aan de open ruimten die zijn overgelaten door de vorige korrel, en hoe in de al geëtste delen het verkregen grein beter bestand lijkt tegen het drukken. |
|