Voorbereiding, Belichting en Ontwikkeling van ImagOn Ultra Fotopolymeer Film

Voorbereiding van de ImagOn    Lamineren van de emulsie op een drager    Wegsnijden van de randen van de film    Een geschikte positieve film (beelddrager)    De hoofdbelichting    Vaag beeld na belichting    Het voorbereiden van de ontwikkelvloeistof    Het afpellen van de laatste beschermlaag    Het ontwikkelen van de ImagOn emulsie    Het schoonspoelen    Droogmaken van de filmlaag    Het uitharden van de emulsie   

Voorbereiding van de ImagOn Ultra

De ImagOn film bestaat uit drie lagen, twee transparante kunststof lagen (acetaat) met daartussen een lichtgevoelige polymeer-emulsie.
De ImagOn emulsie kan bijna op alle oppervlakken (niet vet) worden aangebracht. Als er met behulp van een etspers wordt afgedrukt kan het bijvoorbeeld worden aangebracht op koperplaat, zinkplaat, perspex, acrylaat, MDF (geperste houtvezels) en soortgelijk. Als het oppervlak niet helemaal vlak is en stof vrij zal de film daar ter plekke niet goed aanhechten. Het materiaal moet eerst op een chemische manier vetvrij gemaakt worden, (CPS vetoplosser)en of geschuurd met fijn schuurpapier (bijvoorbeeld met carborundumpoeder)
De rol met film mag alleen worden geopend onder gedempt licht. Dan moet de film op maat gesneden worden, waarbij het aan alle kanten "oversteekt", d.w.z. de film moet groter zijn dan de filmdrager (koperplaat, zinkplaat e.d.). Bepaal vervolgens welke van de twee de dunste van de twee plastic "deklagen" is en verwijder deze door hem voorzichtig van de film te "pellen". De dunste deklaag zit aan de binnenkant, d.w.z. de kant die naar binnen krult. Een truukje of de deklaag er af te halen; plak een dubbelzijdig klevend stuk plakband op een hoek van de tafel. Kleef nu een klein hoekje van de deklaag vast aan de tape en probeer zo de deklaag los te krijgen.

Het hechten (lamineren) van de emulsie op de drager.

Er zijn twee methodes om te lamineren;

Met behulp van een etspers, die op een behoorlijke druk is ingesteld, wordt de ImagOn polymeer emulsie op de drager aangebracht. Bij voorkeur dient het bed van de pers perfect vlak te zijn. Als het bed niet voldoende vlak is, moet er bijvoorbeeld een onbeschadigde perspex plaat over worden gelegd. (Of een ander materiaal).Leg de (koper)plaat op het bed van de pers en leg de ImagOn (Ultra) er overheen, met de emulsielaag direkt op de (koper)plaat. Om te voorkomen dat het vilt aan de film blijft kleven, kan de plastic laag die er in een eerder stadium van "afgepeld" is , tussen de film en het vilt worden gelegd. De polymeer emulsie wordt nu op de plaat aangebracht door deze langzaam maar gelijkmatig door de pers te draaien met een snelheid van ongeveer 6 cm per seconde. In Nederland kan dit lamineren veelal "droog" gebeuren. In situatie met een zeer lage luchtvochtigheid kan een bloemenspuit gebruikt worden waarmee wat vocht (wat alcohol toevoegen aan het water) op de (koper)plaat kan worden aangebracht.

Met behulp van een trekker. Dit kan alleen maar gedaan worden als de plaat wordt bevochtigd. De (koper)plaat wordt op tafel gelegd en ruim bespoten met water waaraan wat alcohol is toegevoegd. De binnendeklaag van de ImagOn (Ultra) film wordt verwijderd en de film wordt op plaat gelegd, met de emulsielaag direkt op de (koper)plaat. Nu de bovenkant van de film weer bespuiten en met een trekker vanuit het midden, de film strak en zonder luchtbellen aanbrengen op de plaat.

Wegsnijden van de randen van de film

Gebruik een scherp mes om de overstekende randen van de film weg te snijden. Om te zorgen dat het zo goed mogelijk wordt weggesneden, dient het snijden te gebeuren aan de kant waar de film is aangebracht.

Een bruikbaar positief

Voor de belichting van de ImagOn (Ultra) film hebben we een transparante positieve afbeelding nodig. Dit kan zijn getekend op een transparant plastic vel, of "calque" papier, of fotografisch vervaardigd in de donkere kamer, of gefotocopieerd op een transparant vel. Het is belangrijk om te weten of het transparante positief grijswaarden bevat of alleen opgebouwd is uit zwart-wit elementen. Als de afbeelding grijswaarden bevat zoals bijvoorbeeld bij een "normaal fotografisch negatief" dient er ook een belichting plaats te vinden door een raster. (zie volgende alinea). Als de afbeelding alleen zwart-wit elementen bevat kan hiermee de plaat direct belicht worden en kunt U de volgende alinea overslaan.

Belichting door een raster

(Deze stap kan worden weggelaten als het een "half-toon" (Amerik. definitie) afbeelding betreft die alleen uit zwart en wit is opgebouwdi

Als de afbeelding grijstonen bevat, of zwarte vlakken, is het nodig om eerst een belichting te doen met behulp van een raster-film (aquatint-raster of mezzotint-raster). De plaat moet in het belichtings-apparaat zodanig zijn opgesteld dat het licht eerst door de het raster gaat alvorens de emulsie te bereiken. Er wordt een korte periode belicht, waarna het raster wordt verwijderd en de positieve transparante afbeelding in het belichtingsapparaat wordt aangebracht.

De plaat is hier zodanig afgebeeld alsof we bovenop het belichtingsraam kijken - het raster is aangebracht tussen het glas en de plaat.

Naar begin van deze pagina

De hoofdbelichting

Bij de hoofdbelichting gaat het licht door de positieve afbeelding direkt naar de emulsie op de plaat. Een belichtingstijd van 12 seconden bij een afstand tussen lamp en emulsie van 1 meter is het gemiddelde. De werkelijke belichtingstijd kan variëren, afhankelijk van het type lichtbron en de eigenschappen van de positieve afbeelding. De lamp die voor de belichting gebruikt wordt straalt Ultra-Violet licht uit. ("zonnebanklicht") Hierbij is het van minder belang of het licht komt uit een puntbron ("UV-gloeilamp") of uit UV-TL-buizen. Alleen bij zeer fijne details zou het de voorkeur verdienen om een puntlicht te gebruiken omdat dan de lichtverstrooiing in de film ( dikte 0,05 mm) iets minder is. Op de afbeelding hiernaast kijken we van boven op de belichtingstafel. De positieve afbeelding (beeld naar boven) wordt geplaatst tussen het glas van de belichtingstafel en de plaat met de emulsielaag. Het is hierbij van belang dat de positieve afbeelding zo direkt mogelijk in kontakt is met de ImagOn film. Hiervoor kan men het beste een "vacuumframe" gebruiken, waardoor de film door de luchtdruk overal goed op de ImagOn film wordt gedrukt. Er zijn echter ook goedkopere alternatieven, bijvoorbeeld een "zware" glasplaat op het positief leggen, waardoor de afbeelding ook redelijk vlak op de film komt te liggen. Het is ook mogelijk om een "sponslaag" (P.U.-schuim) te gebruiken waarop de ImagOn film komt te liggen, daarop de afbeelding, en daarom een glasplaat die met een zekere spanning op het schuim wordt gedrukt. Zorg in ieder geval dat altijd de betekende kant van de afbeelding direkt kontakt maakt met de ImagOn film.

Naar begin van deze pagina

Vage afbeelding na de belichting

Als de emulsie correct belicht is, moeten de vage contouren van de afbeelding te zien zijn op de belichte plaat, zodra het van de belichtingstafel afgehaald is. De delen die belicht zijn zijn uitgehard. De delen die niet belicht zijn, zijn niet uitgehard en kunnen later worden uitgewassen, waardoor er een licht reliëf ontstaat. In principe is er pas bij een uitgeharde platen sprake van een polymeer. De niet belichte film is opgebouwd uit monomeren (losse moleculen die geen ketens vormen ). De stukken die "monomeer" zijn, zijn daarom later ook makkelijk uit te wassen. De belichte delen vormen polymeren, d.w.z. de moleculen vormen ketens, waardoor ze veel minder makkelijk uit te wassen zijn.

Het voorbereiden van de ontwikkelaar

De emulsie wordt ontwikkeld in een bad gevuld met een Soda-oplossing. De mengverhouding is ongeveer 1 theelepel Soda op een liter water. De juiste hoeveelheid kristallen moet worden opgelost in een kleine hoeveelheid warm water, waarna de juiste mengverhouding bereikt wordt door koud water toe te voegen.

Naar begin van deze pagina

Het afpellen van de laatste beschermlaag

Alvorens de plaat in de ontwikkelaar wordt gelegd, moet eerst de tweede beschermende laag worden verwijderd. Maak eerst een hoekje los, let op dat de emulsie niet mee wordt getrokken. Trek vervolgens, langzaam de laag er af, zodat de emulsie vrij komt.

Het ontwikkelen van de afbeelding

Er zijn twee manieren om een belichte plaat te ontwikkelen;
  1. De "non-etch" methode. Hierbij wordt later de nog met ImagOn bedekte plaat ingeinkt, afgeslagen en afgedrukt. De plaat wordt wel in diepdruk afgedrukt, maar het reliëf bestaat alleen in de ImagOn laag en de onderliggende drager (meestal een koperplaat, maar dan kan dan in feite alles zijn dat stevig genoeg is om een film te dragen en af te drukken) komt niet bloot te liggen. De plaat wordt, met de afbeelding naar boven, in het ontwikkelbad gelegd. Veeg voorzichtig met een zachte spons, gedurende ongeveer twee minuten, over het oppervlak. Nu zullen alle onbelichte delen van het beeld zijn weggespoeld, waardoor het beeld op de plaat overblijft.
  2. De "etch-methode" Hierbij wordt de film volledig ontwikkeld, waarbij het belangrijk is dat de onderliggende drager (nu wel een koperplaat) plaatselijk bloot komt te liggen. De koperplaat wordt namelijk later geëtst in ijzer-chloride, dus de ImagOn wordt eigenlijk als etsgrond gebruikt. Een zeer verfijnde etsgrond echter want uit de etgrond of juist het ontbreken daarvan wordt via de ijzer-chloride de afbeelding geëtst in de koperplaat. Meer traditionele etstechnieken zoals tekenen in een (acryl) etsgrond kunnen met de "etch-methode"gecombineerd worden.

De ontwikkelde plaat

Bij een volledig ontwikkelde plaat, zoals bedoeld voor de "etch-methode" zijn alle onbelichte delen van de emulsie volledig weggewassen, tot aan de onderliggende dragende plaat. De benodige ontwikkeltijd is echter wel veel langer, maar dat kan door experimenteren eenvoudig worden vastgesteld. Bij de afbeelding hiernaast ziet U de blauwe polymeer nog op de plaat als een etsgrond, terwijl de lichtgele plekken de blootliggende koperplaat voorstelt.

Naar begin van deze pagina

Afspoelen

Als de plaat volledig ontwikkeld is, moet de plaat goed worden schoongespoeld met schoon water en daarna met een "trekker" (ramen zemen) worden drooggemaakt. Dit schoonspoelen met schoon water is belangrijk omdat er anders nog soda-resten op de plaat kunnen achterblijven, waardoor het beeld kan veranderen.

Droogmaken

Door het droogtrekken van de plaat, gaat het drogen sneller, waardoor wordt voorkomen dat de emulsie zachter wordt als het nat is.

Uitharding

De plaat moet, in direct zonlicht, gedurende 20 minuten tot een half uur worden uitgehard, alvorens het te gebruiken. Bij gebrek aan zonlicht mag een andere warmtebron worden gebruikt. De plaat kan ook worden uitgehard in een "warmtekast". Het is hierbij belangrijk dat alle rsterende "monomere" moleculen worden omgezet in polymeren en op die manier verankerd zijn aan de plaat. In feite wordt hiermee het beekd gefixeerd.

De plaat is nu klaar om te gebruiken.
De plaat kan nu met normale etsinkt worden ingeinkt, afgeslagen en afgedrukt. Als de plaat helemaal "doorbelicht" is en de koperplaat vrij toegankelijk is, kan de plaat ook eerst worden geëtst in ijzer-chloride. Daarna kan eventueel de plaat nog met andere technieken bewerkt worden en vervolgens op de traditionele manier worden afgedrukt.

Naar begin van deze pagina